Ik ga eerst even het zwembad stofzuigen,’ zeg ik als ik terugkom van mijn ochtend lesgeven.
Mijn man kijkt me aan alsof ik knettergek ben geworden. En dat begrijp ik maar al te goed.
‘Ik heb je gewaarschuwd he?’ grinnikt hij.
Snel draai ik hem mijn rug toe.
Ik haat het als hij gelijk krijgt!
‘Geen zwembad in de tuin’, antwoordde hij een paar weken geleden toen ik dat balletje maar eens opgooide. ‘Mijn collega’s praten alleen nog maar over de kwaliteit van het water sinds ze zo’n ding hebben. Dan moet er weer chloor bij, dan is de Ph weer te hoog en even later weer te laag. Het is net als met printers: de aanschaf is nog wel te doen, maar dan blijk je ineens nóg van alles nodig te hebben.’
Ik luister maar half en denk dat het wel mee zal vallen. Ik zie al voor me hoe ik heerlijk in eigen tuin in mijn zwembad lig.
Als het de week daarna bloedheet is besluit ik zijn advies en mening aan mijn laars te lappen, en haal ik samen met Lucia een zwembad van 3 bij 2.
Marcel is een dagje weg en als dat ding er straks staat stelt hij zijn mening wel bij.
Op het heetst van de dag, want mijn hoofd werkt zo dat dat zwembad nú meteen moet staan, pruts ik ons zwembad in elkaar. Als Jenneke thuiskomt als ik bijna klaar ben en in lachen uitbarst omdat ik een onderdeel ben vergeten, waardoor het halve ding weer uit elkaar moet, vind ik het ineens niet meer zo leuk.
Gelukkig is het met haar handigheid zo voor elkaar.
Water erin en plonzen maar!
Als Marcel uren later thuiskomt staat daar een zwembad met heerlijk koud en helder water. Dat dat toch wel lekker is na een lange warme dag durft hij nog wel toe te geven.
‘We houden het gewoon schoon met een voetenbadje ervoor. Komt goed’ beloof ik.
We zijn nu ongeveer drie weken verder.
Inmiddels heb ik een pomp, schepnetje, chloor, een watertester, Ph-verhoger en -verlager aangeschaft.
Ik weet alles over de juiste waardes, het ontstaan van vlokken in het water en heb ontdekt dat muggenlarven net door de gaatjes van een schepnet passen.
Weet je trouwens dat die larven rood zijn?
Ik had het liever níet geweten.
Het zwembad zelf was niet zo duur, alles daaromheen een klein kapitaal. Ik kan de blik van Marcel waarin luid en duidelijk ‘dat zei ik toch’ staat te lezen, niet meer zien. Gelukkig kan hij er ook hard om lachen en geniet hij ook absoluut van het, inmiddels goed op temperatuur gekomen, water.
Het meest frustrerend is: ik heb nog steeds geen helder zwemwater!
‘Er ligt zand op de bodem, misschien komt het daardoor?’ zei één van mijn kinderen gisteren.
En zo sta ik dus nu mijn zwembad te stofzuigen. Nooit bedacht dat er zwembadstofzuigers bestaan.
Maar ja, ik heb er dan ook nog nooit een nodig gehad.
‘Heb je nog wel tijd om te zwemmen?’ zegt die lange betweter – die ik mijn man mag noemen- lachend.
‘Ik had gelijk’, zeggen zijn ogen.
Ik denk dat ik hem maar in het water gooi. Geef ik hem meteen een schepnet mee.
En wel eerst door het voetenbadje!

Reactie plaatsen
Reacties