Vandaag oefenen we het alfabet.
Omdat het er bij de meeste cursisten ondertussen redelijk goed in blijkt te zitten, koppel ik er een oefening spellen aan.
Om de beurt vraag ik iemand naar het bord te komen, ik spel een woord en dat wordt opgeschreven.

 

H-U-I-S-W-E-R-K
S-C-H-O-E-N-M-A-A-T
C-I-T-R-O-E-N

Het leuke is dat mijn klas dit soort opdrachten echt geweldig leuk vindt. Of ze doen alsof, om mij een plezier te doen. In dat geval kunnen ze allemaal erg goed toneelspelen, dus ik ga voor het gemak nog steeds uit van het eerste tot het tegendeel is bewezen.
Een van de mannen, een enorme grappenmaker die zonder zijn grapjes in een put zou belanden waar niemand hem wil hebben, is al de hele dag aan het geinen over het feit dat hij een auto wil kopen, maar alleen een kleine oude Suzuki kan betalen.
Hij is aan de beurt.
Ik spel:

S-U-Z-U-K-I

Hij schrijft het woord op, beseft wat hij heeft geschreven en veegt het woord razendsnel weg.

‘Geen Suzuki. Ik wil BMW.’
De drie letters van zijn geliefde auto verschijnen zonder aarzelen op het bord.

‘Wauw. Goed gespeld!’ lach ik.
De klas applaudisseert.
Met een verbaasde blik kijkt de man nog een keer naar het bord, lacht ook en maakt een diepe buiging.

‘Spellen makkelijk!
B-M-W’

Ik heb echt het leukste werk ♥️

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.