Meertaligheid in de klas

Gepubliceerd op 8 september 2025 om 20:11

Toen ik, inmiddels al een jaar of acht geleden, met een aantal bevlogen collega’s de nieuwe asielzoekersschool in Zutphen mocht opstarten, hadden we ook afgesproken: op school wordt alleen Nederlands gepraat.

 

Dat dat volkomen tegen mijn gevoel inging, ontdekte ik al heel snel. Zeg maar eens tegen een zesjarig huilend meisje, in een vreemd land met vreemde mensen en een vreemde taal, dat ze niet in de taal van haar hart met een ander kind mag communiceren.
Dat lukte mij dus niet.

Blijkbaar was mijn gevoel zo gek nog niet! 

Want stel je voor: in je klas zitten kinderen die thuis Arabisch, Turks, Pools of Tigrinya spreken.
Veel mensen denken dan: ‘Oei, dat maakt het leren van Nederlands vast moeilijker.’
Of ze zeggen: ‘Ze moeten zich gewoon snel aanpassen, dus waarom zou je die thuistaal nog aandacht geven?’

 

Maar dat idee klopt niet. Juist door ruimte te geven aan de thuistaal leren kinderen sneller en beter Nederlands. Onze hersenen zijn namelijk slim: alles wat je leert in je eigen taal, kun je ook gebruiken in een andere taal.
Als je in je thuistaal al weet wat een breuk of een alinea is, dan herken je dat begrip meteen in het Nederlands.

 

Daarnaast is taal niet alleen om te praten.
Taal is ook wie je bént. Als een kind zijn eigen taal niet mag gebruiken, voelt dat alsof een deel van hem of haar er niet mag zijn. Dat kan onzeker maken of ervoor zorgen dat een kind zich terugtrekt.
Terwijl het juist zoveel vertrouwen geeft als je zegt: ‘Gebruik je eigen woorden maar, ook in je eigen taal.’
Ik heb vaak genoeg gezien hoe kinderen dan opleven en zich welkom voelen.

 

Dat betekent natuurlijk niet dat Nederlands er niet toe doet!
Het is belangrijk dat alle kinderen zich snel thuis voelen in de schooltaal. Maar dat lukt beter als er óók ruimte is voor hun eerste taal.
Duidelijke afspraken helpen daarbij: bijvoorbeeld Nederlands in de kring en op het schoolplein, zodat iedereen het begrijpt. Maar tijdens samenwerken of bij moeilijke opdrachten mag je best even overleggen in je thuistaal.

 

Een klas waar meertaligheid welkom is, wordt een plek van respect en nieuwsgierigheid.
Leerlingen ontdekken elkaars woorden, gewoontes en verhalen. Dat maakt de groep sterker.
En eerlijk is eerlijk: het is toch vreemd dat sommige kinderen die twee talen spreken ‘talentvol’ worden genoemd, terwijl anderen een ‘achterstand’ zouden hebben? 


Kortom: wie zegt dat kinderen hun thuistaal moeten loslaten om Nederlands te leren, mist de kern.
Je hoeft niet te kiezen tussen het een of het ander. Juist de combinatie maakt dat leerlingen sneller vooruitgaan, zich zelfverzekerd voelen en met plezier leren.


Meertaligheid is geen probleem, het is rijkdom!


Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.