Schrijfopdracht – 
De koffer vol herinneringen

 

Stel je voor: ergens op zolder, in een hoekje van je hart of in een vergeten lade staat een oude koffer. Een koffer vol herinneringen aan iemand of iets dat je bent verloren. Vandaag gaan we die koffer openen. Niet in één keer, maar langzaam. Met aandacht.

 

In deze denkbeeldige koffer zitten voorwerpen, geuren, geluiden, foto’s, woorden of zinnen – alles wat jou herinnert aan wat of wie je mist.  
Misschien zit er een sjaal in met een vertrouwde geur. Of een ansichtkaart. Een liedje. Een schelp van een strand waar jullie ooit waren. Een theekopje. Een grapje dat alleen jullie begrepen.

 

Schrijfopdracht:

• Beschrijf alle voorwerpen die je in die koffer aantreft.
• Vertel bij elk voorwerp wat het is, waarom het daar ligt, en welk gevoel of welke herinnering het bij je oproept.
• Laat je zintuigen spreken: wat zie je, hoor je, ruik je, voel je als je het voorwerp vastpakt?
• Wat wil dit voorwerp je vertellen, nu, op dit moment?

Gebruik gerust zinnen als:

• “Ik vond een…”
• “Toen ik het oppakte, dacht ik aan…”
• “Het rook naar…”
• “Het bracht me terug naar de dag dat…”
• “Wat ik het liefst zou willen zeggen tegen dit voorwerp is…”

Je hoeft niet alles te verklaren of netjes af te ronden. Laat het ontstaan zoals het komt.

Kleine afsluiter

Sluit af door je koffer (in gedachten of op papier) weer even dicht te doen.
Zeg zacht: “Jullie mogen blijven. Ik kom later terug.”

 

Over het schrijven

Schrijven over herinneringen kan fijn zijn, maar ook een beetje spannend of verwarrend. Misschien weet je niet precies wat je voelt, of vind je het lastig om woorden te geven aan wat je je herinnert. Dat is helemaal oké.

Je mag alles opschrijven. Groot of klein. Verdrietig of juist grappig. Een herinnering is nooit raar of verkeerd. Schrijf zoals jij praat of denkt. Je hoeft geen mooie zinnen te maken of moeilijke woorden te gebruiken. Begin gewoon. De rest volgt vanzelf.

Je mag:

• eerst tekenen en daarna schrijven;
• zinnen maken die niet af zijn;
• woorden opschrijven die je belangrijk vindt, ook als je nog niet weet waarom;
• je tekst voor jezelf houden of delen – jij kiest.

 

Onthoud: Je schrijft voor jezelf, niet voor een cijfer. Het mag dus rustig, slordig, stil of juist vol.
Alles wat jij voelt, hoort erbij.