We bespreken samen zinnen die ze hebben bedacht en geschreven met nieuwe woorden.
Iemand leest voor: ‘Ik koop tweedehands dingen in de winkel.’
‘Dingen? Wat is dingen?’ vraagt een andere cursist.
Ik leg uit: ‘Een ding is iets wat niet leeft en wat je kunt aanraken. Een telefoon is een ding, een stoel, een pen, een bril.’
Één van de mannen kijkt me ondeugend aan.
‘Mijn vriendin leeft. Kijk, ze ademt en beweegt’, hij wijst naar de andere kant van het lokaal waar zijn prachtige vriendin lief naar hem lacht.
Ik begrijp niet waar hij naartoe wil.
‘Klopt. Maar zij is een mens. Een vrouw. Een vrouw is geen ding.’
Hij grinnikt.
‘Jawel. Zij is lekker ding!’
Ondeugend met taal. Ik houd ervan! ♥️
Reactie plaatsen
Reacties