
Ik weet niet wat ik aan al die berichten toe kan voegen.
Alles is gezegd en eigenlijk is er niets te zeggen.
Een jong meisje in de leeftijd waarvan ik er drie in mijn huis heb. Dood.
En waarom? Omdat iemand- een man - zichzelf niet onder controle had.
‘Oei, op dat tijdstip alleen fietsen is niet heel handig’, dacht ik hardop.
Op geen enkele, maar dan ook geen enkele, manier wilde ik daarmee de schuld bij Lisa zelf leggen. Dat het wel zo klonk begreep ik door het directe tegengeluid op de achterbank.
‘Mam, wat zeg je nou? Wil je soms zeggen dat het haar eigen schuld was?’
Dat dat absoluut niet het geval was kon ik gelukkig snel duidelijk maken. Ze kennen me langer dan vandaag. ‘Waarom had ik het dan gezegd?’ vroeg ik me in de minuten daarna af.
Omdat het dus blijkbaar niet kan. Je kunt als meisje of vrouw niet ‘s nachts alleen over straat.
In de tijd dat ik jong was al niet, maar tegenwoordig al helemaal niet meer.
Mijn vader haalde mij en mijn zus op als we ergens waren geweest, al was het diep in de nacht. Ik zie hem nog steeds voor me in zijn pyjama in de auto op de parkeerplaats. Ik schaamde me vaak dood, maar vond het vooral heel lief. Al zei ik dat natuurlijk niet!
Als ik refereerde aan vriendinnen die wel alleen naar huis fietsten ‘s nachts was het antwoord altijd hetzelfde.
‘Maar jij bent míjn dochter. En ik wil dat je veilig thuiskomt.’
Wij doen hetzelfde met onze eigen dochters. Na een bepaalde afgesproken tijd worden ze opgehaald en gaan ze niet meer alleen met fiets of trein.
Dat vinden ze niet altijd fijn, maar ze accepteren het.
‘Ik ben zuinig op je. Ik wil dat je veilig thuiskomt’ is steevast ons antwoord.
Dat je er daarmee niet altijd bent hebben we deze week weer aan den lijve ondervonden. Eén van onze dochters werd midden op de dag op het station in Zutphen lastiggevallen door een groep jongens die het nodig vonden haar met kauwgom te bekogelen en te filmen. Ook haar zussen maken dikwijls mee dat ze aangesproken worden op niet mis te verstane manier door mannen van verschillende leeftijden (‘Hij was minstens 50 mam!’) en met verschillende achtergronden.
En ja, ook onze eigen Nederlandse man kan er wat van hoor!
Het ergste vind ik dat ze er al niet eens meer van opkijken.
Een gelaten ‘het was weer eens zover’, is een normale reactie geworden.
Dus terug naar mijn vraag.
Wat heb ik toe te voegen?
Want mijn mond houden is geen optie.
Misschien dit: dat het me raakt tot in mijn botten dat mijn dochters, en alle dochters, leren leven met een soort ingebouwde waakstand. Dat ze het al normaal vinden dat ze aangesproken en achternageroepen worden.
Dat hun vrijheid altijd een beetje afgeknabbeld wordt door wat er kán gebeuren.
En dat wij als ouders hen beschermen waar we kunnen, maar ondertussen weten dat we ze nooit helemaal kunnen afschermen.
Wat ik toe te voegen heb, is de schreeuw dat dit niet normaal mág zijn.
Dat een meisje op elk moment van de dag of nacht veilig moet kunnen fietsen, lopen en leven.
Zonder achterom te hoeven kijken.
En helaas is dat het enige wat ik kan doen:
mijn stem laten horen.
Net als zovelen met mij.
Ik wil niet mee in ‘Het was weer eens zover’, ik wil gewoon keihard roepen:
'DIT IS NIET OKÉ!'
Voor Lisa. Voor mijn dochters. Voor alle dochters.
Reactie plaatsen
Reacties